HET VTH VAN DE TOEKOMST

Toen in augustus vorig jaar op dramatische wijze een schip in de haven van Beiroet ontplofte, duurde het niet lang voor de politiek namens de samenleving met de vraag kwam: zou zo’n tragedie ook Nederland kunnen treffen, bijvoorbeeld in de haven van Rotterdam? Het is een vraag die als geen andere aantoont hoe belangrijk goede vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is voor een schone en veilige leefomgeving. Tegelijkertijd laat dit voorval zien hoe ingewikkeld het onderwerp ‘vergunningen’ eigenlijk is. Wat is eigenlijk de precieze waarde van een vergunningsdocument, hoe kunnen we ze gebruiken om vragen zoals die hierboven snel en daadkrachtig te beantwoorden, en hoe kunnen we er samen voor zorgen dat VTH voor alle betrokkenen een oplossing is, nu en in de toekomst?

Als vergunningverlener in de regio is DCMR nauw betrokken bij vraagstukken zoals die hierboven zijn genoemd. De rol van DCMR op het gebied van VTH is de afgelopen decennia aan de nodige verandering onderhevig geweest, en zal de komende tijd nog verder veranderen. We nemen een kijkje in het verleden en blikken, samen met Yolanda Waas-Amperse, senior beleidsadviseur, Kevin Schaap, projectleider omgevingsvergunningen, en Angela Pigmans, senior inspecteur milieu, vooruit op de toekomstvisie van DCMR.

Een gezamenlijke opgave voor een gedeelde toekomst

‘Toen in augustus een schip in de haven van Beirut ontplofte, werden we er allemaal aan herinnerd dat VTH letterlijk van levensbelang is. Gelukkig waren we in staat om snel vast te stellen waar in Nederland ammoniumnitraat lag opgeslagen en welke risico’s hieraan waren verbonden. Op die manier konden we de politiek en daarmee de samenleving snel van een antwoord voorzien. Tegelijkertijd laat Beirut zien dat transparantie en het snel inzichtelijk hebben in wat de vergunde situatie op elk gegeven moment is, een voorwaarde is om snel te reageren op actuele vraagstukken in de maatschappij. In een samenleving waar verandering de constante gaat zijn, kijkt DCMR dan ook uit naar een toekomst waar VTH een gezamenlijke opgave is.

EEN BLIK OP HET VERLEDEN


Vroeger was de rol van DCMR in VTH een stuk rechtlijniger te noemen: de vaste ingrediënten waren een bedrijf, vastgestelde regels waaraan dat bedrijf moest voldoen om een vergunning te krijgen, en DCMR die erop toezag dat de vergunning ook werd nageleefd. Angela: “Wat je vroeger veel zag was dat we werkten volgens een “als jij dit, dan wij dat-principe”, een manier van werken die weinig ruimte biedt voor een open gesprek. Tegenwoordig zie je dat juist de dialoog meer centraal komt te staan. Bedrijven praten opener met ons, waardoor we elkaar beter leren kennen en de mogelijkheden veel eerder op tafel komen. Ook denken we steeds meer mee met bedrijven. Als ze bijvoorbeeld een nieuwe activiteit willen ontplooien, dan denken wij als inspecteurs al in een vroeg stadium met ze mee. Dat betekent overigens niet dat wij als toezichthouder onderhandelen met bedrijven. Een vergunning wordt in samenspraak met een vergunningverlener en het bedrijf opgesteld. Het is mijn taak om toezicht te houden op de uitvoer hiervan. Indien hier in afgeweken wordt, zal altijd opgetreden worden.” Het “VTH-recept” is tegenwoordig meer een spel van nuances geworden. Niet zozeer het hebben van een vergunning is wat telt, het is de precieze inhoud van iedere vergunning waar het nu om draait. Dit is tegelijkertijd wat het proces ingewikkeld maakt: geen van de betrokken partijen kan zich tegenwoordig nog beroepen op standaard regels of eenvoudige checklists. Voor elke vergunning is specialistische vakkennis vereist. Vooral voor complexe bedrijven, zoals raffinaderijen en chemiebedrijven, is het aanvragen van een omgevingsvergunning bij een verandering of uitbreiding erg ingewikkeld. In aanvulling op de basisvergunning stapelen zich in de loop van de tijd allerlei aanpassingen op. Kevin: “Voor zowel vergunningverleners, inspecteurs, burgers als het bedrijf kunnen al die verschillende vergunningen een onduidelijk beeld opleveren. Zo kan een bedrijf tegenwoordig verschillende vergunningen hebben, zonder dat meteen duidelijk is welke voorschriften in werking zijn, welke door andere regelgevingen zijn veranderd, of welke helemaal niet meer geldig zijn. Dit kan verwarring veroorzaken.” Yolanda: “Je zou kunnen zeggen dat DCMR op het gebied van VTH een papieren erfenis voor een digitale wereld heeft gekregen. Tot voor kort was het proces veelal ingegeven vanuit papier: een bedrijf vraagt een vergunning aan, wat uiteindelijk leidt tot een afspraak tussen de aanvrager (het bedrijf) en het bevoegd gezag (gemeente of provincie). In een wereld die constant aan verandering onderhevig is, rijmt een dergelijke, statische vergunning eigenlijk niet meer met de werkelijkheid.” Een digitale toekomst DCMR is daarom al geruime tijd bezig zijn werkzaamheden te digitaliseren. Een goed voorbeeld hiervan is de Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV). Kevin: “Als DCMR willen we bedrijven meer eigen verantwoordelijkheid geven in het aanvragen van een vergunning. De AADV is één van de manieren waarop we die slag naar de toekomst maken. De vergunning wordt niet meer gezien als een statisch document, maar als data die je kunt gebruiken en altijd eenvoudig actueel kunt houden.” Ook bij de overstap van papieren naar digitale vergunningen wordt gedacht aan de mogelijkheden die de huidige tijd met zich meebrengt. Kevin: “Behalve dat we nieuwe vergunningen digitaal kunnen uitgeven, is het ook zaak om bestaande vergunningen te digitaliseren. Daar kan immers veel data uit worden gehaald, data die bijvoorbeeld belangrijk zijn als de politiek met gewichtige vragen komt. Om dit handmatig te doen zou ongelooflijk veel tijd in beslag nemen. Daarom zijn we een project gestart om Artificial Intelligence te benutten om de voorschriften uit de vergunningen te trekken. Op dezelfde manier zou je de voorschriften kunnen verrijken met betekenisvolle data. Met de AADV krijgen inspecteurs dan direct een duidelijk beeld. Dat scheelt DCMR en het bedrijfsleven kostbare tijd, en vergroot bovendien de veiligheid voor de leefomgeving.” Toezicht door transparantie De overstap van een papieren naar een digitaal VTH-proces ligt natuurlijk erg voor de hand. Het is in feite onderdeel van een algehele toekomstvisie van DCMR, waar AADV slechts een onderdeel van is. Yolanda: “Transparantie staat centraal in onze toekomstvisie. We willen graag in gesprek met de vergunningaanvrager. VTH moet een gezamenlijke opgave worden. De nadruk in de ontwikkeling op basis van onze toekomstvisie ligt dus meer op samenwerking. We willen dan ook dat andere partijen, zoals het bedrijfsleven of andere overheden of omgevingsdiensten, met ons meedenken en DCMR als partner zien.” Angela: ”Wat ik heel erg merk is dat we steeds meer gaan kijken naar wat er speelt binnen het bedrijfsleven. We gaan steeds meer met brancheorganisaties in gesprek, of we overleggen met andere omgevingsdiensten om te kijken hoe zij bepaalde dingen aanpakken. Zo gaat het bedrijfsleven in de toekomst ook meer uniformiteit zien als ze over het hele land verspreid zitten. Je merkt dat bedrijven op hun beurt daardoor ook meer gaan meedenken over bepaalde onderwerpen, zoals energietransitie.” De noodzaak om VTH transparant te maken en de dialoog met andere partijen gaande te houden, blijkt uit de zorgen die veel mensen uitspraken na de explosie in Beirut. Yolanda: “De omgeving verwacht van DCMR dat we vragen zoals die naar aanleiding van Beirut snel kunnen beantwoorden. Dat betekent dus dat we transparanter en flexibeler op veranderingen en gebeurtenissen in de maatschappij moeten kunnen reageren. In de praktijk krijgt deze gedachte een eenvoudige vertaling: beschouw de omgeving als data. Gegevens zijn tenslotte transparant, objectief, bieden snel inzichten en stellen je daardoor in staat om snel te schakelen. De AADV is hier een voorbeeld van, maar je kunt ook denken aan het uitvoeren van inspecties met drones of het meten van luchtkwaliteit met specifieke luchtmeetkastjes.” Kevin: “In de toekomst zal het bedrijf dat een vergunning aanvraagt meer eigen verantwoordelijkheid krijgen, waarbij aanvraag en vergunning meer in lijn met elkaar worden gebracht. De technologische vooruitgang maakt het mogelijk dat DCMR hierin meer een toetsende en adviserende rol krijgt.” Angela: “De wijze waarop we toezicht gaan uitvoeren gaat ook enorm veranderen. De gebeurtenissen van 2020 hebben deze ontwikkeling alleen maar versneld. We hebben, net als andere sectoren, ook als toezichthouder enorm snel moeten schakelen. Oplossingen die we bedenken, zoals bijvoorbeeld manieren om op afstand inspecties uit te voeren, worden ook door het bedrijfsleven goed ontvangen. Het scheelt hen tenslotte enorm veel tijd."